top 5 tegenvallende vakanties

BUMMER doet er niet moeilijk over. Qua vakantie gaat er weleens 1 de mist in. De 5 mooiste dieptepunten van onze lezers:

DSCF3525_Snapseed_300Friesland, Molkwerum
Hetty T. (36): Een yurt is een Mongoolse nomadentent, ingericht met kleurrijke authentieke meubeltjes. Je vindt ze tegenwoordig ook in Nederland, je kan er een bijzondere kampeerervaring in opdoen. Wij boekten er een op het platteland van Friesland.
Mijn man vond het eigenlijk gelijk al niks. Misschien kwam dat doordat hij keihard zijn hoofd stootte aan het kleine deurtje waardoor je naar binnen moest. Dit gebeurde daarna nog 4 keer. Omdat het veel regende zaten we best vaak binnen. De authentieke meubeltjes waren erg klein. Het leek alsof ze gemaakt waren voor Mongoolse kleuters. Het was erg donker, ook overdag moest de olielamp aan. En als je ‘s nachts met opgetrokken knieën in het bedje lag was het echt héél donker. Als in blind. Dat is eng, ik lag met bonzend hart te wachten tot er weer wat licht door het deurtje scheen. Het tentdoek van een yurt is opgevuld met vilt gemaakt van kamelen- en yakhaar. In Mongolië regent het bijna nooit maar in augustus in Nederland wel. Het vilt verspreidde na een paar dagen aanhoudende buien een pittige, dierlijke geur. We ontvluchtten de yurt zoveel mogelijk. Buiten de tent zagen we veel rijke bootjesmensen in Gaastra-jacks. Ook al niet echt ons ding.’

 

IMG_0917_Snapseed_300

Kroatië, het eiland Krk
Jozien K. (42): ‘Bleek er helemaal geen zand te zijn op Krk. Alleen rotskust. Om toch iets van een strand te creëren hadden de Kroaten betonnen platen neergelegd. Om het liggen mogelijk te maken verkochten ze op het betonstrand dikke matten. Via een ijzeren trap kon je de zee in. Toen we ons net geïnstalleerd hadden, kwam er een vrouw uit het water geklommen. Ze was gigantisch en droeg een huidskleurige doorschijnende bikini. De horror was compleet. We zijn weggevlucht. Van de rest van de vakantie weet ik alleen nog dat de drank goedkoop was. We zijn eerder naar huis gegaan.’

 

IMG_2979_SnapseedTsjechië, ergens
Hielke S. (35): ‘Op de foto zag je een groen weiland, ons huis en daarachter een lieflijk riviertje. De fotograaf had op een gunstig moment afgedrukt want in het echt lag er een drukke autoweg tussen het huis en het weiland. Het huis was erg donker. Als er bij een potje yatzee een dobbelsteen op de grond viel, moesten we de zaklamp pakken. Overdag hè! Het huis was ook erg scheef. Alle deuren hadden haakjes, anders vielen ze steeds dicht. In bad gaan was moeilijk want de boiler was er zo boven gehangen dat je er eigenlijk niet in kon. De pannenkoeken die we wilden bakken zijn nooit afgekomen want uit het gasfornuis kwam maar een heel zwak vlammetje. Het riviertje achter ons huis leidde naar een meer. Daar gingen we alleen kanoën want zwemmen durfden we niet. Het riool kwam erop uit. Verder herinner ik me nog een urenlange traumatische rondleiding door een heel ongezellig fort. De gids sprak alleen Tsjechisch.’

 

Canada, Vancouver Island
Roel S. (49): ‘Op onze vakantie in Canada wilden we eens niet vallen voor de neiging om in een groot land grote afstanden af te leggen. Focus op een klein gebied, en dan -heel zen- gaan voor de ‘diepe beleving’. We besloten om zes weken op Vancouver Island te blijven. Vancouver Island is vooral begroeid met hele ouwe naaldbomen. Echte oerbossen. De belangrijkste industrie is dan ook de papierindustrie. Hele wouden van 500 jaar oude reuzen worden gekapt om papier van te maken. Papierrecycling wordt daar gezien als landverraad. ‘The Mill must keep Running’.
Wij, als echte boomknuffelaars vonden dat natuurlijk vreselijk om te horen. Wij wilden lekker wandelen tussen die bomen. Dat bleek alleen niet echt mogelijk. Overal bos, maar je kon er niet in. Het was echt van die hardcore-natuur, zonder paden en overal omgevallen stammen, greppels en kuilen. Wel kon je er uuurenlang rondrijden en naar de buitenkant van dat bos kijken. Stammen stammen stammen stammen. Allemaal dezelfde. Na twee weken besloten we te vluchten met de boot naar het vasteland. Daar ook best veel bomen.’

 

IMG_0237_Snapseed_300

Denemarken, Jutland
Julie W. (34): ‘Ons vakantiehuis hadden we gevonden door te zoeken op ‘denemarken huis meer bootje’. Het idee was om urenlang boeken te lezen in de zon op een houten steiger terwijl de kinderen spartelden in het Ringkøbing Fjord, want zo heette ons meer. Af en toe zouden we een boottocht maken naar de overkant. Daar zouden we op een groen weitje picknicken met allerhande smørrebrød.
Het bootje was een aftands zwaar stalen geval dat 20 meter van het meer ergens omgekeerd in het riet lag. Na een half uur rukken, zweten en vloeken hadden we het ding naar het water gesleept. Niks geen houten steiger maar modder. Het meer bleek slechts 40 centimeter diep en propvol met waterplanten. Door de stevige aanlandige wind en ons geklungel met de riemen lukte het niet om het meer op te roeien. Na enkele meters waaiden we steeds weer terug in het riet. De stemming was helemaal niet meer zo goed. Uiteindelijk zijn we uitgestapt en hebben we het bootje met daarin onze twee kinderen maar een beetje door het meer getrokken. De rest van Jutland? Saai en duur.’

 

een moeilijke hobby

Jarenlang was het een grote frustratie: ik had geen hobby. Wanneer andere mensen zich na gedane arbeid haastten naar een speciale kamer in huis, waar ze iets met muziek, tangetjes of lapjes stof deden, zette ik de tv maar weer aan. Wist ik veel dat een hobby ook buiten kon, in de natuur! Op Texel viel het kwartje. Al fietsend langs wadden, kwelders, schorren en slufters was er geen ontkomen aan. Ik werd heel blij van al die scholeksters in de lucht, de groepen grutto’s in het weiland en de driftig heen en weer lopende eh… strandvogels! Er openbaarde zich een wereld waar ik geen weet van had. Voorjaarstrek, overzomeraars, wintergasten, doortrekkers, steltlopers, klauwieren en struweelvogels. Eten heet bij vogels fourageren en een jonge vogel is een juveniel. Hoe fascinerend is het dat een boerenzwaluw helemaal naar Afrika vliegt en bij terugkomst elk jaar precies dezelfde schuur vindt? Nou, heul fascinerend!

Wat ook hielp was dat vriendinnen M en M eveneens gegrepen werden door het vogelvirus. M vindt de Grote Bonte Specht net een clowntje met een kleurrijk pak aan. En gewaarschuwd door waarneming.nl nam M ons mee naar een groep flamingo’s in een plas in Noord-Holland.

Jaren van opwinding volgden. Een trip naar vogelwalhalla Groet, een nachtelijke uilentocht, een excursie in een boot naar de roerdomp, een zoektocht naar de purperkoet (een paarse kip) in Zuid-Portugal, mijn eerste wielewaal, drie ijsvogels op een tak in de Ooijpolder. Het kon niet op.

Helaas kent het vogelen ook een downside. Als je eenmaal de makkelijk herkenbare soorten weet, wordt het moeilijk. In het grote grijze gebied van de vele, vele beige vogeltjes zakte de moed mij in de schoenen. De fitis, tjiftjaf, boomleeuwerik, grasmus, grauwe gors, rietgors, karekiet, heggemus, nachtegaal: in de boeken zie ik al geen verschil, laat staan in het echt. Ze zitten nooit stil. Vanaf mei hangen dan ook nog eens alle bomen en struiken vol met zichtbelemmerende bladeren zodat het nog moeilijker wordt. Je hoort wel vanalles en daarom moet je eigenlijk alle geluiden leren. Maar al die riedeltjes blijven bij mij niet plakken. Roofvogels, ook zoiets: je spot ze meestal hoog in de lucht en moet ze herkennen aan de vorm van hun vleugels. Ik gok altijd maar buizerd.

Deze zomer kwam de verrekijker niet meer zo vaak uit zijn jasje. Ik ging me zelfs ergeren aan het constante tweetonige gefluit van een vogel in het park bij ons huis. Het bleek een tjiftjaf. Een oninteressant uiterlijk, een irritante roep en hij ging pas ver in augustus weer weg.

Ik kijk nog wel graag naar het tv-programma Baardmannetjes. Hans Dorrestijn houdt zich van de domme zodat Nico de Haan (nee, dat is pluimvee, geen vogel) enthousiast kan vertellen over het verschil tussen de grote en de kleine zilverreiger. Zit ik weer voor de tv.

Jet Westbroek

mijn litteken, deel 1

In deze rubriek lees je het waargebeurde verhaal achter een litteken. Heb je ook zo’n flinke jaap en voel je de behoefte om aan ons te vertellen hoe dat zo gekomen is? Neem contact op met BUMMER en vertel! Het kan net dat laatste stukje verwerking zijn…

Deel 1: het litteken van A, ten tijde van het ongeluk 39 jaar oud.

P1010436_Snapseed_300‘De eerste zomer na het ongeluk heb ik geen rokken gedragen. Mijn onderbeen zag er nog erg gehavend uit en ik vond het te lelijk om te laten zien. De zomer daarna was ik eroverheen. Dit is het, het is gebeurd, ik moet het er maar mee doen. Mooier wordt het toch niet meer.

Het buurmeisje, 6 jaar oud, wilde met mij sleeën. Zij voorop en daar gingen we. Het eerste ritje naar beneden was leuk, het tweede minder. De sneeuw was gevallen op ijs, het was echt spekglad. Onderaan de heuvel lukte het me dit keer niet om te remmen. We maakten een bocht en gingen met een noodvaart ook de tweede heuvel af. Onderaan stond een bankje waar we recht op af raasden. Als ik nu niets doe, plet ze haar hoofd tussen mij en de achterkant van het bankje en is ze dood, dacht ik. In een flits gooide ik het buurmeisje van de slee af. Zelf klapte ik met mijn been tegen het bankje. Het voelde als een flinke schram maar toen ik keek lag mijn onderbeen helemaal open. Ik zag het bot. Een paar meter verder lag het buurmeisje heel hard te huilen.

Ik werd met een ambulance afgevoerd. Onderweg kreeg ik een shot morfine, fantastisch! We hebben zo gelachen tijdens die rit. In het ziekenhuis konden ze wegens infectiegevaar alleen de binnenhuid hechten. De opperhuid bleef open. Ja, dat levert een heel mooi litteken op…

Het buurmeisje had haar been gebroken. Dat vond ik het aller- allerergste. Het was een ongelukkige breuk, ze moest 6 weken in het gips en mocht absoluut niet lopen. Daarna moest ze opnieuw leren lopen. Ik voelde me ontzettend schuldig en vond het heel moeilijk om haar voor de eerste keer op te zoeken. Ik heb maar een groot cadeau gekocht. Op een vreemde manier was ik blij dat ik ook wat had, anders had ik me nog slechter gevoeld.

Het was een heftige tijd. Ik was ook net mijn baan kwijtgeraakt en het feest dat ik had georganiseerd voor mijn 40e verjaardag kon door het ongeluk niet doorgaan. Ik voelde me schuldig en waardeloos en heb drie dagen voor het raam zitten huilen. Het was echt een traumatische ervaring en ik merk dat als er nu iets misgaat, terwijl ik de beste bedoelingen had, dat ik daar heel slecht tegen kan. Slechter dan vroeger. Alsof er een soort schuld-hersenverbinding is aangelegd.

Het is nu zes jaar geleden en het schuldgevoel over het ongeluk is wel weg. Het litteken niet. Ik heb er weer een beetje gevoel in en als het weer gaat omslaan krijg ik daar een drukkend gevoel. Handig: een voorspellend been! Als mensen nu vragen: ‘Wat heb je daar?’,  heb ik geen zin om dit hele verhaal te vertellen. Ik zeg maar dat ik door een haai ben gebeten.’

Lees ook: Mijn litteken(s), deel 2

de psychologie van de bummer

Psycholoog en therapeut Tanja Konig krijgt mensen over de vloer die iets rottigs meemaken. Ze zijn bijvoorbeeld hun baan of hun lief kwijtgeraakt. Wat gebeurt er dan met je, wat is slim om te doen en wat niet? Grote begrippen als ‘zingeven’, ‘schaamte’ en ‘schuld’ en wat kleinere begrippen als ‘likes’ en ‘bevestigingshormoontje’ komen voorbij. En wat doen al die positieve berichten van anderen op social media met je?

Wat is de eerste reactie op een flinke bummer?
De meeste mensen hebben eerst tijd nodig om het tot zich door te laten dringen. Daarna kunnen allerlei gevoelens opspelen. Angst als een situatie erdoor verandert, zekerheden verdwijnen. Schaamte voor de buitenwereld, dat jou dit overkwam. Boosheid omdat je het niet wilt accepteren dat jou iets wordt afgenomen, of raakt. Meestal proberen mensen deze gevoelens te ontwijken door als een gek naar oplossingen te zoeken.

Wat moet je vooral niet doen?
Iedereen de schuld blijven geven, daar schiet je echt hélemaal niets mee op. Jezelf de schuld geven heeft ook geen zin. Dan blijf je zitten waar je zit. Het belangrijkste is dat je je gevoelens niet moet onderdrukken. Als je dat doet, wordt je depressief en blijf je hangen in de narigheid.
P1010426_Snapseed_300Als mensen daar moeite mee hebben kunnen ze in therapie gaan. Ik laat ze zien wat er allemaal in hun leeft. Eerst moeten alle gevoelens doorleefd worden. Bij mij mag je bijvoorbeeld je ex ‘vermoorden’ (bijvoorbeeld met Tanja’s speciale oranje mep-tool), of ik help je in het doorstaan van angst. Als dat eruit is, gaan we kijken wat jouw aandeel en eigen zwakke punten zijn geweest. Daar moet je doorheen, helaas, je moet jezelf onderzoeken. Dan leer je wat dit alles over jou zegt. Als je je eigen aandeel kunt zien in de gebeurtenissen en als je kunt zien wat het je heeft gebracht heb je weer rust.

Je kunt dus eigenlijk veel leren van een zware tegenslag?
Altijd! Vaak is het juist een moment om dingen anders te gaan doen. Veel mensen gaan enige tijd na het verlies van werk weer fris en fruitig aan de slag in een nieuwe baan of beginnen eindelijk hun eigen bedrijf. De dood van iemand kan ook ruimte geven voor een nieuw leven, met nieuwe ervaringen.

Waarom is het zo moeilijk om je verdriet of pijn te laten zien?
Omdat je dan kwetsbaar bent. Je hebt het gevoel dat anderen met je kunnen doen wat ze willen. Dat zit heel diep en begint vaak al vroeg in je jeugd. Als je bijvoorbeeld vroeger werd uitgelachen als je huilde, dan laat je het wel uit je hoofd te laten zien dat je pijn hebt. Het is een overlevingstactiek om het te verstoppen. Iedereen heeft daar een eigen manier voor. Sommigen worden boos als ze bang zijn, anderen verstoppen zich juist als ze boos zijn of verdrietig, of huilen juist omdat boos worden te eng is. Weer een ander doet alsof er niets aan de hand is. Zo ontwikkelt iedereen zijn voorkeursstrategie in emoties. Helemaal weg gaat dat nooit, daarvoor zijn patronen te hardnekkig. Maar je kunt wel leren meer toe te laten, zodat je weer alle gevoelens tot je beschikking hebt en die aan anderen kunt tonen.

Zit er een maximum aan de hoeveelheid ellende die mensen willen aanhoren?
Ja, daarom houden de meesten zich in. Mensen willen gewoon liever niet teveel geconfronteerd worden met ellende. Want het herinnert ze aan dat wat hen ook kan overkomen. Vaak voelen mensen in die ellende ook dat ze alleen zijn. Maar andersom gebeurt gelukkig ook: je leert je vrienden kennen.
Mijn overtuiging is dat je op aarde komt om iets door te maken, om ervaringen op te doen. Daar leer je van en je wordt er een volledig mens van. Bij alles wat er gebeurt, ben jij degene die er zin aan geeft. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Hoe werkt schaamte?
Als je je schaamt wil je iets van jezelf niet laten zien. Het is in wezen een mechanisme om contact met de ander te vermijden. Je wilt dat de ander alleen maar een positief beeld van je heeft. Het is een functioneel gevoel want we zijn sociale beesten. We hebben elkaar nodig om niet buiten de boot te vallen. Zo ontstaan taboes bij mensen. Het is beter om te onderzoeken of die taboes zinvol zijn, want het maakt je onvrij.

En schuld?
Eigenlijk zit daaronder dat je denkt dat je perfect kunt zijn. Dat is natuurlijk onzin. Als er iets door jouw toedoen is gebeurd waaruit blijkt dat je niet perfect bent, vind je dat je iets fout hebt gedaan. Je voelt je schuldig en gaat je verontschuldigen: ‘Sorry, sorry, je vindt het toch niet erg?’ Zo ontneem je de ander de mogelijkheid om te zeggen dat je iets niet goed hebt gedaan en ontloop je je verantwoordelijkheid. Je doet in je leven goede en slechte dingen. Maar op die slechte dingen wil je niet aangesproken worden, dus ga je je schamen en schuldig voelen.

Hoe houden we het leven nu toch een beetje leuk?
Humor, dat is de enige manier om iets draaglijk te maken. Ik bedoel geen gemene grappen, maar humor met compassie en liefde. Dit is wat ik in therapie doe: iemand komt binnen met ellende. Die gaan we verwerken en ik hoop altijd dat er een moment komt dat iemand de humor inziet van zijn eigen reacties en met liefde naar zichzelf kan kijken. Want dan heb je het bewustzijnsniveau bereikt dat je er niet meer binnenin zit. Humor zien in je eigen handelen vind ik het hoogst haalbare in het leven. {ja, ja, ja, juicht BUMMER!}

Op social media laten mensen vooral hun successen zien.
Ja, en anderen lezen het. Mensen hebben een nieuwsgierige kant en een exposurekant. Ik denk dat de meesten wel doorhebben dat het een eenzijdig beeld geeft. Als je in het echte leven genoeg contact hebt dat dieper gaat en waarin je ook de minder leuke gebeurtenissen hoort, is het denk ik niet zo erg. Als je eenzaam bent en Facebook is je enige sociale middel, is dat niet gezond. Je wordt er alleen maar eenzamer van. Iedereen heeft het leuk, behalve ik. Er zou eigenlijk een waarschuwing op Facebook moeten zitten: ‘Let op, dit is maar de halve waarheid’.

Als je bericht veel geliked wordt, voel je je goed.
Dat komt doordat er serotonine vrijkomt, dat is zo’n bevestigingshormoontje. Er zijn vier hormonen die je gedrag sturen: dopamine en adrenaline maken dat je dingen gaat doen en iets wilt bereiken. Je gaat jezelf manifesteren, het stuurt de ‘ik-kant’. Daarnaast heb je oxytocine en serotonine, die vrijkomen in het contact met anderen. Oxytocine bij langdurige relaties, bij gevoelens van liefde en serotonine om contact op te bouwen. Bij een like denk je: ‘Ze zien mij!’ en daar word je blij van. Het goede gevoel dat je dan krijgt is helaas van korte duur én het is verslavend.
We zitten in een tijd van narcisme: ‘Kijk mij toch!’ Kinderen worden ook zo opgevoed, ze worden geweldig gevonden door hun ouders. Ze krijgen niet eens meer de kans om sneu te zijn! Zoveel kinderen willen op het podium staan, zangeres worden. Niet omdat ze anderen blij willen maken met een liedje. Het gaat puur om de aandacht. Ik hoop van harte dat dat gaat veranderen. Dat ze leren dat het om wederzijdse verbondenheid gaat in plaats van eenzijdige aandacht voor jouw persoontje.

Je ziet soms ook hele heftige dingen op Facebook: iemand is doodgegaan of heeft een ernstige ziekte. Ik vind dat niet fijn.
Ik denk dat dat komt omdat er geen contact tussen zender en ontvanger is op dat moment. De uitdrukking wordt daardoor ongepast. De zender voelt de impact niet van wat hij doet. En je kunt je als ontvanger niet afstemmen op diegene. Dat is ingewikkeld, frustrerend, vervreemdend en verwarrend. Ik denk daarom dat social media echt contact nooit kan vervangen.

het leed dat panty heet

Het zou kunnen dat mannen zich minder herkennen in dit artikel. Wij verwijzen jullie door naar ‘het leed dat condoom heet’.

Panties: ze zouden verboden moeten worden. Het voelt alsof je een stuk strak elastiek aanhebt. Het enige waar je nog aan kan denken is: ‘Wanneer kan ie uit?’ Feestelijke gelegenheden waarbij je geacht wordt ze te dragen, worden iets om tegenop te zien.

Even alle nadelen op een rij:

  • Ook al koop je ze in een te grote maat, ze zitten altijd te krap.
  • Boven de te strakke bovenrand ontstaat een niet zo charmante vetrol.
  • Aantrekken is geen pretje. Het vereist een ingewikkelde techniek waarbij ze eerst opgestroopt moeten zijn. Daarna moet je ze afstropen om je been. Bij het laatste, bovenste stuk moet je sjorren en springen om ze goed aan te krijgen. Pffff
  • Zelfs na zorgvuldig aantrekken zit er vaak een gedeelte gedraaid. Dat is helemaal niet lekker als je beweegt.
  • Als je ze een tijdje aan hebt, zakt het gedeelte tussen je benen naar beneden. Dat voelt afschuwelijk.
  • Het materiaal is een enge chemische combinatie.
  • Ze gaan erg snel kapot. Komt er als je ze aantrekt al een gaatje in.
    Je voelt je daardoor niet meer helemaal op je gemak.
  • Als je je inspant met een panty aan, word je snel zweterig.
  • Als je een felgekleurde aan hebt, zie je eruit als een kleuter.

Kortom: een wanproduct. Laten we een datum prikken voor een grote openbare panty-verbranding!

Lees hier de ongemakken van de man.

het leed dat condoom heet

Het zou kunnen dat vrouwen zich minder herkennen in dit artikel. Wij verwijzen jullie door naar ‘het leed dat panty heet’.

Condooms: ze zouden verboden moeten worden. Het voelt alsof je een stuk strak elastiek aanhebt. Het enige waar je nog aan kan denken is: ‘Wanneer kan ie uit?’ Feestelijke gelegenheden waarbij je geacht wordt ze te dragen, worden iets om tegenop te zien.

Even alle nadelen op een rij:

  • Ook al koop je ze in een te grote maat, ze zitten altijd te krap.
  • Boven de te strakke bovenrand ontstaat een niet zo charmante vetrol.
  • Aantrekken is geen pretje. Het vereist een ingewikkelde techniek waarbij ze eerst opgestroopt moeten zijn. Daarna moet je ze afstropen om je derde been. Bij het laatste, bovenste stuk moet je sjorren en springen om ze goed aan te krijgen. Pffff
  • Zelfs na zorgvuldig aantrekken zit er vaak een gedeelte gedraaid. Dat is helemaal niet lekker als je beweegt.
  • Als je ze een tijdje aan hebt, zakt het gedeelte tussen je benen naar beneden. Dat voelt afschuwelijk.
  • Het materiaal is een enge chemische combinatie.
  • Ze gaan erg snel kapot. Komt er als je ze aantrekt al een gaatje in.
    Je voelt je daardoor niet meer helemaal op je gemak.
  • Als je je inspant met een condoom aan, word je snel zweterig.
  • Als je een felgekleurde aan hebt, zie je eruit als een kleuter.

Kortom: een wanproduct. Laten we een datum prikken voor een grote openbare condoom-verbranding!

Lees hier de ongemakken van de vrouw.

laatste eer

In deze rubriek zie je veel dood, bederf en ander zieligs. Tja mensen, dat hoort ook bij het leven! Maak er een foto van, vertel er iets over en stuur het naar info@bummermagazine.nl.

 

P1010315_Snapseed_600

Pimpelmees
‘We gingen verhuizen en het nestkastje moest natuurlijk mee. In juni waren vader en moeder pimpelmees druk bezig geweest. Maar na een paar weken werd het ineens verontrustend stil. Zouden de kleintjes nu al uitgevlogen zijn, of …
Toen we het kastje openden werd het duidelijk. In een heel zacht nestje lag dit prachtige vogeltje, dat bijna af was, voordat er iets misging. Onderin het nestje lag ook nog een heel klein ei. Als een soort laatste eer maar een foto gemaakt. Daarna in volle vuilnisbak gepropt.’

 

IMG_2283_Snapseed_600

Beer
‘Waarschijnlijk door iemand op straat gevonden. Die heeft hem tussen de rozentak gepropt zodat een zoekend kind beer terug kan vinden. Maar dan? Je knuffel zo, halfblind en opengereten terugvinden! Hij lijkt een slachtoffer van een nieuwe martelmethode. Gegarandeerd jeugdtrauma!’

 

IMG_2802_Snapseed_600

Kikker of pad
‘Ik kan inmiddels 40 minuten aan een stuk hardlopen. Het enige waar ik voor stop zijn de dode dieren die in de polder op het asfalt geplakt liggen. In eerste instantie ren ik door maar keer meestal toch om voor een foto van die dode kikker, slak of muis. Daarna denk ik aan hoe stukjes kikker, slak en muis door fiets-, autobanden en schoenzolen door de omgeving verspreid zullen worden. Wat overblijft zal wel weggespoeld of opgegeten worden. Heerlijk verkwikkend zo’n eindje rennen!’

 

IMG_2605_Snapseed_600

Aardbeien
‘Sorry, sorry en dat terwijl ik weet dat eten weggooien zo’n beetje het slechtste is dat je qua duurzaamheid kan doen. Maar laten we eens goed kijken naar de schimmel. Prachtig toch eigenlijk, het groeit helemaal vanzelf en waar komen die kleuren vandaan? De schimmeldraden zijn microdun en heerlijk fluffyzacht. Bewonder het nog even. Hebben we toch genoten van de aardbeien.’

 

10 pieker-ideeën

Je dacht altijd dat piekeren ongezond was en geen nut had, toch? Dat blijkt niet helemaal waar te zijn. Mits met mate toegepast, zorgt het ervoor dat je goed voorbereid bent op lastige situaties. Je kunt piekeren ook zien als ongestoord stevig nadenken over zaken waar je overdag niet aan toekomt. Het kan je behoeden voor onheil want soms moet je ingrijpen om iets ten goede te keren. Niet overdrijven want dan krijg je een piekerstoornis en rimpels! (bron: www.theperfectyou.nl). Pieker je nog niet? Dan zijn hier een aantal suggesties die je kunt gebruiken als je ‘s nachts wakker wordt.

  1. Weet je zeker dat je partner niet vreemdgaat? Je kent de symptomen toch wel? Nieuw ondergoed kopen, op dieet, overwerken, afwezig glimlachend rondlopen, schuldbewust lief tegen je doen. Verdacht, hoor!
  2. Heb je weleens goed nagedacht over je pensioen? Of is dat misschien nu al te laat? Tegen de tijd dat je oud bent is de AOW-uitkering waarschijnlijk een schijntje. Het huis verkopen dan maar?
  3. Is de brandbeveiliging in huis eigenlijk wel in orde? Als er beneden brand uitbreekt, hoe moeten we dan naar buiten? Waar zijn de sleutels van de voordeur eigenlijk?
  4. Ben je misschien iets vergeten op te geven aan de belastingdienst? Is dat het geval, dan komen ze met een fikse vordering op de proppen! Misschien volgt ook nog een boete.
  5. (voor mensen in loondienst) Is je baan wel zeker? Zijn er reorganisaties in aantocht? Wie gaan ze dan ontslaan, denk je? Ontwikkel je je wel genoeg? Moet je niet bijscholen? Vinden je collega’s je wel echt aardig? Zouden ze achter je rug om roddelen?
  6. (voor mensen met eigen bedrijf) Hoe gaat het met je klanten? Zitten er faillissementen aan te komen? Ben je niet teveel afhankelijk  van die ene grote opdrachtgever? Zit er nog wel toekomst in jouw beroep? Wordt je niet genadeloos ingehaald door de nieuwe generatie nu of straks?
  7. Zijn je kinderen gelukkig? Geef je ze wel genoeg aandacht? Geef je ze teveel aandacht? Eten ze genoeg groente? Wat spoken ze uit op hun kamer? Zitten ze niet teveel op de computer en/of tablet?
  8. Weet je zeker dat je gezond bent? Ben je niet veel moe de laatste tijd? Heb je vaak hoofdpijn? Moet je niet wat meer sporten?
  9. Die hoeveelheid suiker/koolhydraten/vet/gluten die je eet, dat is niet gezond. Op de lange duur krijg je er vreselijke ziektes van!
  10. Zie je je ouders eigenlijk wel genoeg?

Nu moet het wel lukken, hè? Veel plezier met piekeren!

de pseudo-bummer

Wedden dat je dacht: Ojee, witte sokken in sandalen! Dat is het toppunt van slechte smaak! Ahhh, wat een fashionbummer!

Je kan het ook anders zien. Deze vrouw gaat een dag op pad, trekt daarom haar comfortabele sandalen aan. Het is een beetje kil dus voor de zekerheid een paar friswitte sokken erbij. De broek, die is lekker zacht en zit heerlijk. You go, girl!

Misschien is het zelfs een protest. Tegen pantykousjes, hoge hakken en skinnyjeans: een modeprovocatie!

Respect the Tevalady!

stom werk

We vroegen aan het BUMMER-panel wat ze het stomste vinden aan hun werk. Eén iemand kon niets bedenken, ook niet na venijnig aandringen. We geloven er niets van. ALLES heeft een stomme kant, zeker werk. De rest van het panel kwam direct gretig en uitvoerig over de brug.

‘De administratie natuurlijk…’

‘De wereld der registraties en kwaliteitskeuring. Daarin stellen dure bureau’s allerlei procedures op om mij te keuren. Het enige waar het hen om gaat is geld verdienen en mij dwingen onzinnige opleidingen te volgen.’

‘Als een opdrachtgever toch niet zo idealistisch blijkt als in het begin van het project. Ze geven aan dat ze groen op het schoolplein belangrijk vinden. Vervolgens krabbelen ze steeds meer terug tot er alleen een minibloemenperkje overblijft. Dat komt dan aan de achterkant van de school waar de kinderen niet mogen komen. Zucht!’

‘Offertetrajecten waarbij je uitgewerkte ontwerpen moet inleveren. Je gaat je enorm op het project verheugen en wordt steeds enthousiaster. Daarna kiezen ze toch voor een andere ontwerper. Al je leuke ideeën belanden in de prullenbak. Van die dingen dus… Echt heel erg stom!’

‘Pitches! Een kant en klaar ontwerp maken in wedstrijdverband zodat de opdrachtgever even kan rondkijken en snoepen van alle mogelijkheden vooraleerst een -meestal behoudende- keuze te maken.’

‘De Triodos Identifier’

‘Als collega’s mij in de winter vragen: ‘Gaat het wel?’. Inderdaad, het zomerkleurtje is wel van mijn wangen af maar ik voel me kiplekker. Aan het eind van de werkdag twijfel ik er toch over.’

‘De racistische rechtse opmerkingen van mijn collega’s.’

‘Collega’s’

netwerkborrel001_600

‘Netwerkborrels’

‘Opdrachtgevers die heel veel willen voor heel weinig geld.’

‘Zeven correctierondes en dan uiteindelijk toch kiezen voor de allereerste versie.’

‘Zou je nog even langs kunnen komen voor een bespreking want er zijn toch nog een paar dingetjes waar we het met je over willen hebben. Dan moet het dus helemaal opnieuw maar extra uren rekenen: ho maar.’

‘Ik ben heel blij als ik een leuk project hebt afgerond en de opdrachtgever tevreden is. Na afloop stuur ik mijn factuur, geheel volgens de offerte, toe. De betalingstermijn is 4 weken. Na zes weken is er nog steeds geen betaling binnen. Ik ga dan heel vriendelijk navraag doen. ‘Hebben jullie de factuur ontvangen?’ Het antwoord is dan ‘Ja, hoor’. Dan vraag ik heel vriendelijk: ‘Zijn jullie misschien al overgaan tot betaling, want in mijn administratie ontbreekt de bijschrijving’? En wat blijkt? Dat factuur is blijven liggen, want er ontbreekt een kostenplaatsnummer. Ja, zeg! Zoek het even uit met dat stomme systeem-denken en val mij er niet lastig mee. Zet gewoon een nummer op dat ding en zorg dat je je houdt aan onze afspraak.’

‘We hebben een geweldige ontwerpopdracht voor je maar we hebben geen budget. Dit is ook voor jou een investering want het genereert mogelijk ook weer nieuwe opdrachtgevers.’ Niet dus.’

‘Misschien wil je liever in plaats van een uitbetaling een gratis advertentie in ons relatiemagazine?’ ‘Eeh… hoe betaal ik daarmee mijn huur?’ ‘Nou ja, je moet het zien als gratis reclame. Het is een investering.’ ‘Eeh.. NEE.’

‘Dat het maar doorgaat en nooit (even) af is. Het zou zo mooi zijn als je na ieder wapenfeit even adempauze kreeg om je prestatie te vieren en je af te vragen wat je nu graag zou willen gaan doen. Mijn innerlijke motivatie is te sloom voor het Nederlandse arbeidsethos.’

‘Houdt het dan nooit op?!”